Nieuwsbrief
Nieuwsbrief nummer 05 februari 2025
===========================================================================================
Op zondag 9 maart speelt Birthe Blom samen met de Georgische pianiste Ketevan
Sharumashvili vier sonates voor viool en piano. Een programma om naar uit te kijken.
Maar eerst laten wij u kennis maken de violiste. U kunt een opname beluisteren waarin
zij een sonate van Heinrich Ignaz Franz Biber (1644-1704) ten gehore brengt. Birthe
Blom wordt aan het orgel begeleid door Mark Heerink, een opname uit 2017
https://www.youtube.com/watch?v=2_tMfO-VrHs live
HET KOMENDE CONCERT IN OOSTERBEEK 9 MAART 2025
Franz Schubert 1797-1828
Sonate voor viool en piano in A grote terts, getiteld Grand duo, Deutz 574.
Achtergrond Nadat Franz Schubert zijn eerste pianolessen had gekregen van zijn
oudere broer Ignaz, was het instrument dat hij echt serieus studeerde de viool. In het
gezin Schubert werd veel gemusiceerd. Een familie-strijkkwartet bood Franz alle
gelegenheid om te experimenteren met componeren. Alleen al uit zijn jonge jaren (13-
15 jaar) kennen we een zestiental strijkkwartetten, waarvan er enkele verloren zijn
gegaan.
In 1816 componeerde hij een drietal sonates voor viool en piano. Deze verschenen pas
na zijn dood in druk als Sonatines, voor een markt van amateur-violisten. Een jaar later,
in augustus 1817, kwam een “volwassen” werk tot stand, zijn sonate voor viool piano
A grote terts, Grand duo, Deutz 574. Het is tevens Schuberts laatste sonate voor deze
bezetting. Net zoals zijn drie vroege sonates voor viool en piano werd ook zijn Grand
duo postuum gepubliceerd, pas in 1851 als opus 162, en pas voor het eerst in het
openbaar uitgevoerd in 1864.
De compositie die u vanmiddag beluistert. Het Grand duo is, stilistisch gezien, een
overgangswerk. Het vertoont nog niet de diepe lyriek van zijn late strijkkwartetten, zijn
strijkkwintet en de liedcyclus Winterreise. Het ademt meer de geest van Beethoven en
Rossini (zeer populair in Wenen!). De speelse geest van Schubert komt wél uit verf,
zeker in het derde deel, een scherzo. De sonate kent vier delen.
Het eerste deel draagt de tempoaanduiding Allegro moderato, 4/4 maat. Schubert had
niet zo veel op met virtuositeit. Dit openingsthema heeft dan ook het karakter van een
eenvoudig, zonnig instrumentaal lied en staat duidelijk in majeur. Het lyrische tweede
thema kleurt naar mineur. De korte doorwerking van de beide thema’s vertoont soms
een Beethoveniaanse heftigheid, maar de Schubertiaanse zangerigheid blijft de
boventoon voeren. Het tweede deel, Scherzo presto, 3/4 maat, heeft de hoekigheid en
de bruuske accenten van een Beethoven. Dit deel vertoont de A-B-A structuur,
kenmerkend voor dit soort snelle delen. In de beide hoekdelen A overheerst het snelle
presto. In B – met de gebruikelijk aanduiding Trio – klinken rustiger tonen, die door
hun chromatiek (halve toonafstanden) naar mineur zwemen. Het derde deel,
Andantino, 3/8 maat, opent galant, bijna als een menuet, maar de sfeer wordt al snel
dramatisch. In het coda keert de vredige stemming terug. Het vierde deel, Allegro
vivace, 3/4 maat, is levendig, atletisch, dansant. Je zou dit deel kunnen beschouwen als
een variant van het tweede deel, het scherzo: exuberant, met verfijnde motieven en
gestes. Energiek en charmant.
U kunt deze muziek beluisteren in een krachtige uitvoering door Janine Jansen,
begeleid door Itamar Golan.
https://www.youtube.com/watch?v=to1IAyAv0iI
Robert Schumann 1810-1856
Sonate piano viool piano nr 1 a klein opus 105
Achtergond. Robert Schumann wordt beschouwd als een van de belangrijkste
componisten uit de Duitse romantiek. Na een afgebroken rechtenstudie koos hij voor
een carrière als pianist. Met achttien jaar nam hij les bij Friedrich Wieck, een
gerenommeerde pianodocent. Deze had Robert verzekerd dat hij zich onder zijn leiding
zou kunnen ontwikkelen tot de beste pianist van Europa. Maar een handblessure
maakte een einde aan de droom. Robert stortte zich op het componeren – aanvankelijk
alleen voor piano en voor zang en piano – en ontpopte zich als een belangrijk
muziekcriticus. In 1834 richtte hij het Neue Zeitschrift für Musik op “om modieuze
misstanden te bestrijden en alle goede krachten te bevorderen.”. In 1840, op zijn
dertigste, trouwde hij met Clara Wieck, de negen jaar jongere dochter van zijn leraar.
Vader Wieck had zich met alle mogelijke (en onmogelijke) juridische middelen verzet
tegen het huwelijk. Clara had zich inmiddels ontwikkeld tot de beste concertpianiste
van Duitsland en vader vreesde – in het licht van de latere ontwikkelingen niet geheel
ten onrechte – voor haar carrière. Ondertussen had Robert wel degelijk roem verworven
als componist van kamermuziek. Ook op symfonisch gebied hadden zijn werken
succes.
Na werkzaam te zijn geweest als docent aan het conservatorium van Leipzig en aan de
Zangacademie in Dresden (door hem opgericht) nam hij in 1850 de uitnodiging aan
om stedelijk muziekdirecteur in Düsseldorf te worden. Bij de verlegen, wat
mensenschuwe Schumann openbaarden zich al vrij snel de symptomen van geestelijke
instabiliteit. Zijn positie werd onhoudbaar en in 1853 volgde zijn ontslag, Na een
poging zich het leven te benemen werd hij opgenomen in een psychiatrische inrichting
in Endenich bij Bonn, waar hij in 1856 overleed.
De compositie die u vanmiddag beluistert. In Düsseldorf had Schumann de draad
van het componeren van kamermuziek weer opgenomen. Onder andere het derde
pianotrio en zijn Märchenerzählungen voor de combinatie altviool, klarinet en piano
zijn het resultaat. En de twee vioolsonates (zijn enige werken voor deze bezetting). Hij
schreef ze in een snel tempo achter elkaar. Niet tevreden met de eerste sonate schreef
hij er nog een. Musicologen en muziekliefhebbers verschillen van mening welke van
beide de voorkeur verdient. De eerste sonate, dieu vanmiddag hoort, heeft drie delen.
Het eerste deel, Mit leidenschaftliche Ausdruck, heeft de zogenaamde sonatevorm: de
expositie / kennismaking met het eerste en het tweede thema – de herhaling van de
expositie, om de beide thema’s extra in te prenten – de doorwerking waarin de beide
thema’s een wisselwerking met elkaar aangaan – de reprise van de beide thema’s in een
verwante toonsoort – het afsluitende coda waarin de muziek tot rust komt of juist een
extatische afsluiting vindt. Eerste deel. De verschillen tussen het eerste en tweede
thema zijn niet zo groot. Beide zijn hartstochtelijk lyrisch van aard en schurken dicht
tegen elkaar aan in een golvende 6/8 maat, ondersteund door de gebroken akkoorden
in de rechterhand van de piano. In de doorwerking wordt een dramatisch element
ingebracht, dat al geklonken heeft tijdens de expositie: een krachtig gebroken stijgend
of dalend akkoord. De doorwerking gaat moeiteloos, onopvallend over in de reprise.
Het afsluitende coda is krachtig. Het tweede deel wordt getypeerd door de aanduiding
Allegretto = een rustige niet al te snelle beweging. Het vormt daarmee het rustpunt in
de sonate. De opbouw wijkt af van die van het gebruikelijke langzame middendeel, dat
meestal monothematisch is. In deze sonate wisselen verschillende motieven en sferen
elkaar af: lieflijk lyrisch – speels huppelend – aandachtig bezonken – kräftig bewegt –
met een coda waarin alle motieven bij elkaar komen. Met deze kaleidoskopische
aanpak lijkt Schumann terug te grijpen op zijn jeugdige spel met personages die
afsplitsingen zijn van zijn eigen persoonlijkheid. Denk daarbij aan types als Florestan
en Eusebius. Het derde deel, Lebhaft, is een ware tour de force voor violist en pianist.
Het heeft geen band met de voorafgaande delen. Er is sprake van één onophoudelijke
onrustige en gejaagde beweging. De ritmiek van de korte notenwaarden suggereert het
karakter van een barokke toccata, fel hamerend, zich een weg banend met bruuske
akkoorden. De muziek kan over komen als droog, mathematisch en onnodig in
herhaling vallend. Maar het kan ook worden opgevat als een poging tot nuancering van
diverse psychologische dimensies van Schumanns bipolaire persoonlijkheid. Een
uitdaging voor de musici!
Op de onderstaande link vindt u een opname van het eerste deel, hier gespeeld door de
musici die u op het concert van 9 maart kunt beluisteren.
https://www.youtube.com/watch?v=nX83McWumJI
U kunt de sonate in zijn geheel beluisteren, aan de hand van de partituur, door Ara
Malikian en Serouj Kradjianof. Of live in een mooie vertolking door Augustin
Hadelich viool en Charles Owen piano.
https://www.youtube.com/watch?v=uyWg0708Sl0
https://www.youtube.com/watch?v=_s5OP5nje-E
Wolfgang Amadeus Mozart 1756-1791
Sonate viool piano nr 22 A grote terts KV 305
Achtergrond. In 1777-1778 schreef Mozart, 21-22 jaar oud, een groep van zes sonates
voor viool en piano. Hij componeerde alle zes sonates tijdens zijn lange reis – samen
met zijn moeder – via Mannheim naar Parijs. De sonate KV 305, in A grote terts, is de
laatste van de set. De sonate werd gecomponeerd na de aankomst van moeder en zoon
in Parijs in de zomer van 1778. Het verblijf in Parijs was niet echt succesvol en al
helemaal niet gelukkig. Mozart vond geen aanstelling, iets waarop zijn vader Leopold
zo hoopte. En op 3 juli sloeg het noodlot toe. Maria Anna, oud 57 jaar, overleed
plotseling in haar hotelkamer. Een bedroefde Mozart schreef een brief aan zijn vader
om hem op de hoogte te stellen. Of de sonate in A grote terts voor of na deze
dramatische gebeurtenis is gecomponeerd, valt niet meer te achterhalen. Mozarts
biograaf, Alfred Einstein, omschrijft het werk als een gezellig duet, zorgeloos, vol
plezier, frisheid en onschuld.
De compositie die u vanmiddag beluistert. De sonate bestaat uit twee delen, net zoals
de vijf andere sonates uit de set. In deze sonate “voor piano en viool” doorbreekt
Mozart de hegemonie van de piano en geeft de viool een gelijkwaardige rol. In het
eerste deel, Allegro di molto, 6/8 maat, trekken viool en piano samen op (unisono) om
het hoofdthema te presenteren en ook bij het tweede thema steunen de musici elkaar
door ieder zijn eigen ruimte laten. In de doorwerking dartelen de melodieën heerlijk
door elkaar. Zij vinden elkaar in een gezamenlijk coda. Het tweede deel, thema met
variaties. Andante grazioso, 2/4 maat, opent met het thema, gespeeld door de piano,
met ondersteunende figuren in de viool. In de eerste variatie zwijgt (tacet) de viool,
terwijl de piano zich uitleeft in guirlandes van 32ste noten. In de tweede variatie speelt
de viool de hoofdrol. De derde variatie is een geanimeerd gesprekje tussen viool en
piano. In de vierde variatie slaat de viool haar vleugels uit, ondersteund door de piano
met gebroken akkoorden in de linker hand. Een kort, recitatief-achtig Adagio
onderbreekt de stroom. Variatie vijf is een curieus spel met toonladders en
klopmotieven. Een korte, vrolijke zesde variatie in 3/4 maat met de tempoaanduiding
Allegro sluit de sonate af.
U kunt de sonate. met de partituur erbij, beluisteren in een historische uitvoering door
Henryk Szyring en Ingrid Haebler
https://www.youtube.com/watch?v=Wepq4qRBmU8
Ludwig van Beethoven 1770-1827
opus 30.2 sonate piano en viool nr 7 c kleine terts
Achtergrond. In 1803 verscheen in Wenen de eerste druk van Trois Sonates pour le
pianoforte avec l’Accompagnement d’un violon”. Zij ontstonden in 1802 en zijn
opgedragen aan Czaar Alexander I van Rusland.
De compositie die u vanmiddag beluistert. Het eerste deel, Allegro con brio, 4/4
maat, c kleine terts, drie mollen, wordt geopend door de piano met een vluchtig thema,
bijna meer een kort motief, dat wordt overgenomen door de viool. Spoedig verschijnt,
ingeleid door enkele krachtige akkoorden, het tweede thema, dat een marsachtig
karakter heeft. De expositie van de beide thema’s wordt niet herhaald; de muziek gaat
meteen over in de doorwerking. Daarin worden de beide thema’s met elkaar in verband
gebracht. Zo speelt bij voorbeeld het vluchtige beginmotief een belangrijke rol in de
begeleiding door de piano. De muziek doorloopt een skala van toonsoorten, zoals
gebruikelijk in een doorwerking. Ook is er sprake van subtiele dynamische nuances.
Het tweede deel, Adagio cantabile, 4/4 maat, staat in een andere toonsoort, het
tertsverwante, elegische, tedere As grote terts (vier mollen). Het is, zoals de aanduiding
cantabile al zegt, een zangerige melodie, het soort melodie waarop Beethoven patent
lijkt te hebben. Keer op keer bloeit de melodie op, steeds in andere omspelingen. Af en
toe een heftig moment, soms een voorzichtige klop op de deur. Een lied van
Beethoven, op zoek naar zijn ferne Geliebte? Het vergelijken van langzame delen in
Beethovens muziek is uiterst verhelderend, als het gaat om de diepgang van de
componist te doorgronden! Het derde deel is een en al dartelheid, met stoute ritmische
accentjes hier en daar. De toonsoort c kleine terts heeft plaats gemaakt voor C grote
terts, een en al scherts! Dit deel heeft de gebruikelijk A – B – A structuur. A is het
omsluitende, speelse, scherzo. B het zogenaamde Trio-gedeelte, waarin viool en piano
elkaar op de hielen zitten, alsof zij krijgertje spelen. Met de terugkeer van A wordt dit
deel afgerond. Het vierde deel staat, net als het eerste deel, weer in c kleine terts, maar
de sfeer is totaal anders. Nu gaan alle remmen los. De inzet klinkt dreigend door het
snelle klopmotief. De sfeer blijft onrustig. Tot er opeens een lyrische melodie zich
aandient. Meteen daarop ontvouwt zich een fuga-achtige ontwikkeling. Klopmotief en
lyriek trekken samen op. De motieven ”versplinteren” en een wervelend coda sluit dit
deel af, dat slechts vier minuten duurt.
U kunt de sonate, met partituur erbij, beluisteren in een uitvoering door Klára Würtz
Kristóf Baráti
https://www.youtube.com/watch?v=IpixfypCJ7M
Teksten: Hans Terra
Bronnen: The new Groves, Wikipedia, Youtube
DE RESTERENDE CONCERTEN in 2025
Het lenteconcert op 6 april in Kranenburg biedt ruimte aan het jonge talent van het
Chloé pianotrio. Zij spelen het charmante trio van de Française Cécile Chaminade, het
speelse trio in C grote terts van Mozart, KV548, en het krachtige eerste pianotrio van
Schubert (geschreven op de drempel tussen leven en dood).
Op 25 mei treedt in Wijchen de klarinettiste Marieke Vos op. Zij is in het seizoen 2024
/ 2025 “Artist in Residence” van de Mozart(k)ring. Samen met het Ruysdael Kwartet
speelt zij het misschien wel mooiste klarinetkwintet uit de muziekgeschiedenis, dat van
Mozart, vol melancholie en berusting, gecomponeerd in zijn laatste levensjaar. Als
intermezzo speelt het strijkkwartet delen uit de romantische “Cipressen” van Antonin
Dvorak. Het laatste onderdeel is heel verrassend: de Amerikaanse componist Bernard
Hermann is vooral beroemd geworden als componist van filmmuziek (Alfred
Hitchcock’s Psycho), maar schreef op latere leeftijd een klarinetkwintet dat de geest
ademt van Johannes Brahms. Laat u verrassen.
Op 21 september in Millingen aan de Rijn is het tijd voor een strijkkwartet. Het
Vespucci Kwartet, bestaande uit musici die actief zijn in de wereld van de
orkestmuziek, laat kamermuziek horen van Mozart, zijn strijkkwartet in KV 590,
Beethoven, zijn Cavatine uit het strijkkwartet nr 12. Verder muziek van Hugo Wolf,
zijn speelse Italiaanse Serenade, en als meeslepend slot het Amerikaanse strijkkwartet
opus 96 van Antonin Dvorak.
Het concert op zondag 2 november belooft iets heel bijzonders te worden. Het
Bachkoor Nijmegen, begeleid door het PHION, laat de laatste mis die Mozart schreef,
zijn Grote Mis in c klein, klinken in de grote zaal van de Vereeniging. De aanleiding
tot het schrijven van deze mis (zijn huwelijk met Constanze Weber) en de redenen
waarom het werk onvoltooid bleef zijn interessant in het licht van de levensloop van
Mozart.
Het laatste concert van seizoen 2025 vindt plaats in Goch op zondag 30 november. Het
biedt een podium aan Nicolas van Poucke, een zeer getalenteerde pianist. Hij laat werk
van Mozart horen (onder andere zijn sonate met de bekende Turkse Mars) en van
Chopin (diens preludes).